Ontleden van zinnen

Wij lezen een boek.

onderwerpWie/wat doet er iets?Wijsubject
persoonsvormWat doet het onderwerp?lezenverb
lijdend voorwerpWie/wat ondergaat de handeling?een boekdirect object

Vraag: Lezen wij een boek?

Peter heeft Karin gisteren in de tuin een appel gegeven.

onderwerpWie/wat doet er iets?Petersubject
persoonsvormWat doet het onderwerp?heeft (gegeven)verb
meewerkend voorwerpJe mag "aan/voor" er voor zetten.Karinindirect object
bijwoordelijke bepalingWanneer en/of waar gebeurt het?gisteren in de tuinadverbial adjunct
lijdend voorwerpWie/wat ondergaat de handeling?een appeldirect object
werkwoordelijke restHoort bij de persoonsvorm.gegevenverbal residue

Vraag: Heeft Peter Karin gisteren in de tuin een appel gegeven?


Aan Karin heeft Peter gisteren in de tuin een appel gegeven.
Gisteren heeft Peter Karin in de tuin een appel gegeven.
In de tuin heeft Peter Karin gisteren een appel gegeven.
Peter heeft gisteren in de tuin een appel aan Karin gegeven.
Peter heeft gisteren Karin in de tuin een appel gegeven.


© Stichting Groen Licht Noord- en Midden-Limburg